Een vernieuwde Box-3? Wat betekend dit voor jou?
- Milan Saes
- Dec 15, 2023
- 4 min read
Veel ondernemers met vermogen in privé zitten met vragen rondom het nieuwe Box-3 stelsel. Wat betekend dit voor mij? In dit artikel duiken we samen in de 'Wet werkelijk rendement Box3'.

Op 8 september 2023 werd het consultatievoorstel 'Wet werkelijk rendement box 3' (conceptwetsvoorstel) bekendgemaakt. Het conceptwetsvoorstel beoogt een wijziging in de belastingheffing in box 3 van de inkomstenbelasting, specifiek van het huidige systeem met forfaitaire rendementen naar belastingheffing op basis van het daadwerkelijk behaalde rendement. Als het conceptwetsvoorstel onveranderd wordt omgezet in wetgeving, zal het inkomen uit sparen en beleggen vanaf 1 januari 2027 volgens het nieuwe systeem worden belast.
Achtergrond
Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad in het 'Kerstavondarrest' besloten dat de vermogensrendementsheffing van box 3, zoals deze sinds 1 januari 2017 was opgesteld, in strijd was met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod zoals vastgelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. De Hoge Raad bood belastingplichtigen rechtsherstel door over te stappen op belastingheffing gebaseerd op het daadwerkelijk behaalde rendement. Dit oordeel van de Hoge Raad vergrootte de druk op de politiek om een nieuw stelsel voor box 3 in te voeren. Het demissionaire kabinet presenteerde in September een conceptwetsvoorstel waarin zij aangeeft hoe box 3 aangepast kan worden naar belastingheffing over het werkelijke rendement.
Hoofdprincipe van het conceptwetsvoorstel: vermogensaanwasbelasting
Het conceptwetsvoorstel introduceert een nieuw stelsel voor box 3 waarin belasting wordt geheven op basis van het werkelijk behaalde rendement op het vermogen in box 3. In dit nieuwe stelsel worden alle netto-voordelen die uit box 3-vermogen worden verkregen, ongeacht de benaming of vorm, in de belastingheffing meegenomen, bekend als het 'totaalvoordeel'. Hierbij wordt het uitgangspunt gehanteerd dat alle vermogensbestanddelen die momenteel onder het box 3-stelsel vallen, ook onder het nieuwe stelsel belast zullen worden in box 3.
In het nieuwe box 3-stelsel wordt als hoofdregel een vermogensaanwasbelasting toegepast. Dit houdt in dat naast reguliere voordelen zoals rente, huurinkomsten en dividenden (direct rendement), ook de jaarlijkse gerealiseerde en ongerealiseerde waardeontwikkelingen van vermogensbestanddelen (indirect rendement) in de belastingheffing worden betrokken. Het nieuwe box 3-stelsel beoogt het totale werkelijke rendement van het vermogen te belasten. Kosten die verband houden met het behalen van box 3-inkomsten zullen daarom in principe aftrekbaar zijn. Als er in een bepaald jaar sprake is van verlies, kan dit verlies volgens het conceptwetsvoorstel onder bepaalde voorwaarden worden verrekend met het box 3-inkomen uit andere jaren.
De uitzondering op onroerend goed en de 'eerste woning' in box 3
Volgens het conceptwetsvoorstel geldt voor onroerend goed in beginsel een vermogenswinstbelasting. Dit betekent dat reguliere voordelen zoals huurinkomsten jaarlijks in de belastingheffing worden opgenomen, terwijl de waardeontwikkelingen van het onroerend goed pas belast worden bij daadwerkelijke realisatie. De vermogenswinst wordt over het algemeen bepaald door de verkoopopbrengst te verminderen met de historische aanschafprijs.
Er is echter een uitzondering voor de zogenaamde 'eerste woning' in box 3, die voornamelijk voor eigen gebruik beschikbaar is voor de belastingplichtige of personen die tot zijn/haar huishouden behoren, zoals bijvoorbeeld een vakantiewoning. Voor deze woning wordt voorgesteld om bij het bepalen van het rendement een netto forfait te hanteren. Het conceptwetsvoorstel vermeldt geen specifiek forfait, maar op basis van financiële schattingen bij het conceptwetsvoorstel kan worden verwacht dat het forfait voor de 'eerste woning' in box 3 tussen de 3,5% en 5% van de WOZ-waarde zal liggen. Alleen woningen in box 3 met een WOZ-waarde van minder dan € 1.200.000 komen in aanmerking voor deze forfaitaire heffing.
Een belastingplichtige met meerdere woningen in box 3 mag kiezen voor welke woning het forfait van toepassing zal zijn. Voor andere woningen geldt de vermogenswinstbelasting, net als voor andere onroerende zaken. Deze keuze is onherroepelijk. Voor fiscale partners geldt dat zij (gezamenlijk) één woning in box 3 onder het forfaitaire systeem kunnen laten vallen.
Andere essentiële aspecten van het conceptwetsvoorstel
Het belastingtarief van het voorgestelde nieuwe box 3-stelsel. Het conceptwetsvoorstel introduceert een voorstel voor een uniform belastingtarief, hoewel er geen specifiek percentage wordt genoemd. Op basis van financiële schattingen bij het conceptwetsvoorstel zou een tarief tussen 33% en 37% kunnen worden overwogen.
Verliescompensatie. Het kabinet stelt voor om in het nieuwe box 3-stelsel een regeling voor onbeperkte voorwaartse verliescompensatie op te nemen. Dit betekent dat als een belastingplichtige bijvoorbeeld in jaar 1 een 'box 3-verlies' lijdt, dat verlies in jaar 2 (deels) kan worden verrekend met positief box 3-inkomen. Volgens het kabinet lijkt het logisch dat 'box 3-verliezen' alleen kunnen worden verrekend met positief box 3-inkomen uit andere jaren (dus geen verliescompensatie over verschillende belastingboxen).
Vervanging van het heffingvrije vermogen door een heffingvrij inkomen. In het huidige box 3-stelsel geldt een heffingvrij vermogen van € 57.000 (2023). Volgens het kabinet past bij een belastingheffing op basis van het daadwerkelijk behaalde rendement eerder een heffingvrij inkomen. De invoering van een heffingvrij inkomen zorgt ervoor dat belastingplichtigen niet vanaf de eerste euro rendement belasting moeten betalen in box 3. Het conceptwetsvoorstel bevat geen specifiek voorstel voor de hoogte van het heffingvrije inkomen, maar op basis van het conceptwetsvoorstel kan worden verwacht dat de meeste belastingplichtigen met een vermogen dat kleiner is dan het huidige heffingvrije vermogen van € 57.000 in het nieuwe box 3-stelsel ook geen belasting in box 3 zullen betalen door de toepassing van het heffingvrij inkomen.
Vorderingen en schulden. Net als in het huidige systeem moeten vorderingen en schulden in het nieuwe box 3-stelsel in principe worden gewaardeerd op de waarde in het economische verkeer (standaardregel). Het conceptwetsvoorstel bevat echter een uitzondering voor vorderingen die voortvloeien uit een geldleningsovereenkomst tussen natuurlijke personen, zoals bijvoorbeeld een lening van een ouder aan een kind. Dergelijke vorderingen (en schulden) mogen, in tegenstelling tot de standaardregel, worden gewaardeerd op de nominale waarde. Daarnaast introduceert het conceptwetsvoorstel een zogenaamde kwijtscheldingsvoordeelvrijstelling. Onder bepaalde voorwaarden kan een schuldenaar deze vrijstelling toepassen wanneer zijn of haar box 3-schuld wordt kwijtgescholden door de schuldeiser. Het gebruik van deze vrijstelling voorkomt dat een belastingplichtige die uitsluitend box 3-schulden heeft, belasting moet betalen bij de kwijtschelding van een box 3-schuld.
Conclusie
Het is afwachten geblazen voor veel vermogenden. In toenemende mate worden veel traditionele beleggingen zoals Nederlands vastgoed minder interessant. Bij Saes Capital geven we beleggers de mogelijkheid om te investeren in Amerikaans vastgoed. Onder het Nederlands-Amerikaans belastingverdrag worden inkomsten uit Amerikaans vastgoed belast in de VS en niet in Nederland. Dit betekend dat je vrijgesteld bent van verdere Box-3 heffingen en belast wordt in het zeer gunstige Amerika. Voor meer informatie, neem gerust contact op met milan@saescapital.nl.